Begin main content
Zoek · Hoofdpagina

Lees verder...

Een van die profeten was René Cuperus, lange tijd werkzaam voor de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid. In een artikel in de Volkskrant van 29 maart gaat hij met als kop: 'Leve de verengelsing van de universiteit' in de tegenaanval om de internationale droom veilig te stellen.

Eerst worden de voordelen opgenoemd. De meeste Nederlandse studenten zouden de verengelsing op prijs stellen. De Nederlandse studenten steken veel op van de studenten uit andere landen en leren veel beter Engels dan vroeger. Met als klap op de vuurpijl: studenten voelen dat ze worden klaargestoomd voor een wereldwijde carriere in onze globaliserende wereld. Met Engels als voertaal. Wat mensen zoals Cuperus niet begrijpen of niet willen begrijpen is dat het overgrote deel van de Nederlandse studenten na afloop van hun opleiding gaat werken in Nederland. En, voor zover ze wel voor kortere of langere tijd in het buitenland gaan werken,  dat het niet vanzelfsprekend is dat Nederlandse universiteiten  in die behoefte zouden moeten voorzien.

Vervolgens brengt Cuperus de onvermijdelijkheid van de verengelsing in het geding. De verengelsing is een gevolg van de internationalisering: 'Laten we wel wezen: een goeddeels Engelstalige universiteit is een logisch uitvloeisel van de Europese eenwording. Alle landen krijgen er mee te maken. Nederland is simpelweg voorloper.' Dat is maar de vraag. Het is immers niet aannemelijk dat de andere landen in Europa Nederland zullen volgen in zijn dolgedraaide verengelsing. En waarom zou de verengelsing onvermijdelijk zijn? Cuperus geeft geen antwoord op die vraag. Hij komt niet verder dan een theoretisch stellingname, los van de werkelijkheid. De verengelsing van de universiteiten is geen onvermijdelijkheid. De verengelsing is door de universiteiten zelf in gang gezet teneinde meer studenten beginnen te krijgen. En dat is ze aardig gelukt. Mensen zoals Cuperus laten zich niet leiden door practische overwegingen, maar door zogenaamde idealen en daar mag de medeburger dan van meegenieten.

Tenslotte krabbelt Cuperus wat terug. Hij zegt dat hij het Nederlands beslist wil handhaven. Er moet een duaal systeem komen: 'dat Nederlandse jongeren na hun studie de best denkbare taalvaardigheid moeten hebben in zowel het Nederlands als het Engels. Waarom niet op de basis- en de middelbare school alle ballen op perfecte beheersing van het Nederlands. Dus veel meer lessen Nederlands, meer Nederlandse literatuur, meer spreek- en schrijfvaardigheid. Achttien jaar Nederlandse les en dan vier jaar Engelse onderdompeling op de universiteit. Deze benadering is op zich al een stuk beter dan wat elders op dit punt wordt voorgesteld, maar voldoet nog steeds niet.  Ook hier weer die theoretische benadering. Die vier jaar Engelse onderdompeling vindt al plaats. Die achttien jaar Nederlandse les zal er niet komen. En Cuperus weet dat.

Voor Taalverdediging is er is geen noodzaak om de universiteit te verengelsen. Internationalisering kan ook zonder verengelsing. De oplossing is eenvoudig. Schaf het Engels af op de universiteiten. Buitenlandse studenten moeten dan Nederlands leren. Dat is echte internationalisering! En Nederlandse studenten die in het buitenland willen gaan werken, moeten maar op eigen kosten een cursus Engels gaan volgen.